Ik wist gewoon dat ik de benen had
23 juli 2019 - Hier is hij dan alsnog, mijn blog over wielrenners. Hij mag niet ontbreken want anderhalve week geleden zaten we zelf met de camper aan de kant van de weg om een etappe te bekijken.
‘Ik wist gewoon dat ik de benen had.’ Aldus de verklaring van vele wielrenners op de dag dat ze een Touretappe hebben gewonnen.
Ik heb zo veel respect voor al die renners, want wat een bikkelharde sport is dit. Ik snap dat niet iedereen het leuk vindt om naar te kijken, maar volgens mij kan niemand ontkennen dat het bizar knap is dat je in 3 weken tijd een rondje Frankrijk rijdt op een fiets. Of dat het best ongelooflijk is dat je na een rit van 208 kilometer zegt dat het een ‘leuk ritje door de Pyreneeën’ was.
Ze vallen, ze staan op en rijden door, soms met nog een halve broek aan hun lijf. Ze rijden honderden kilometers en winnen op een fietsband breedte. En zelfs als het met het blote oog bijna niet te zien is, weten ze zelf eigenlijk altijd meteen of ze gewonnen of verloren hebben. Ze sprinten weg uit het peloton om een hele dag vooruit te rijden en te weten dat ze op de laatste kilometer teruggepakt worden.
Het meeste gefascineerd ben ik nog steeds door die zin ‘ik wist gewoon dat ik de benen had’. Want hoe heerlijk is het als je zo kunt vertrouwen op je eigen kunnen? Die renners kunnen niet elke dag de beste benen hebben, niet drie weken lang. Ze kunnen wel vertrouwen op hun eigen kunnen. Ze vertrouwen erop dat ze zich die ene dag goed genoeg voelen om het te proberen.
Ze vertrouwen er ook op dat ze de andere dagen goed genoeg zijn om de etappe uit te rijden. Ze weten wat ze moeten doen om hun tour te laten slagen.
Als je weet wat jouw krachten en competenties zijn, dan kun je daar ook op vertrouwen. Maar zo goed als deze wielrenners weten wat hun kracht is, zo’n groot vraagteken is dat voor veel mensen.
Op welke kracht van jou durf jij te vertrouwen? Graag ga ik samen met jou op zoek naar antwoord op deze vraag.
info@vankiezelnaarkei.nl